

34. De kunst van het slaan (1)
De coach staat naast de slagkooi
naar me te kijken.
Gaat wel lekker, vind ik zelf.
Het zijn geen verre klappen,
maar wel allemaal raak.
Dan begint Frans plotseling te schreeuwen:
‘Stop! Stop! Stop!
Wat ben je nou toch aan het doen, man?
Je staat te slaan als een harlekijn.’
En hij beent de slagkooi in,
pakt de knuppel uit mijn handen en zegt:
‘Kijk naar mij!
Let nou goed op,
want nu gaan we slaan.
En dan bedoel ik echt slaan.
Zorg nou eerst eens dat je goed staat:
voeten uit elkaar, je knieën licht gebogen.
Als de werper zijn wind-up begint,
span je je lijf
door je schouders en heupen in te draaien.
Je gewicht steunt op je achterste voet
en met de voorste raak je alleen
met je tenen de grond
om in balans te blijven.
Je zet je af met je achterste voet.
Beide voeten draaien nu
in de richting van de werper.
Tijdens het zwaaien van je knuppel
draaien je schouders in
en komen je heupen los
zodat je de bal vol kan raken.
En nu komt het belangrijkste:
op het moment dat je de bal slaat,
moet je je hoofd laag houden
en naar de bal blijven kijken.
Keep Your Eyes On The Ball.
En tot slot:
Zwaai door met dat hout
tot hij eindigt tegen je schouder.
Finish Your Swing!’
Vrenegoor kijkt me nog een paar seconden
indringend aan
en geeft me dan de knuppel terug.
Als versteend sta ik in de slagkooi.
Van alles wat hij heeft gezegd,
heb ik maar een woord echt onthouden:
HARLEKIJN.
Die nacht kom ik slecht in slaap.
Probeer alles terug te halen
wat Vrenegoor heeft verteld en voorgedaan.
Het is een warboel in mijn hoofd.
In de vroege ochtend
word ik wakker van mijn eigen geschreeuw.
Mijn hart bonkt in mijn borst
Na een boze droom
waarin ik met de Louisville Slugger
keihard mijn achterhoofd heb geraakt.