

32. Paul van Galen
Soms komen er talenten naar boven bij DSS
die eigenlijk te goed zijn
voor het niveau waarop ze spelen
en die er vroeg of laat
voor kiezen om de club te verlaten.
‘Jammer dat ie weggaat,
maar hij was toch niet te houden’,
zeggen we dan.
Of, met gepaste trots:
‘Hij komt wel van DSS!’
als een speler uit onze jeugdopleiding
het Nederlands team haalt.
Zoals Hans Lemmink, David Bergman en Tommy van de Sanden
Maar er zijn ook talenten bij DSS die,
hoe goed ze ook zijn,
niet weg willen bij hun club
en daar altijd zullen blijven.
Paul van Galen is zo’n talent
dat op een hoger niveau had kunnen spelen.
Maar hij vindt het wel prima zo,
een wedstrijd in de week is meer dan genoeg.
en een keer trainen ook.
Vanaf zijn prille jeugd speelt hij bij DSS,
wordt gekozen voor verschillende selectieteams,
en debuteert met dispensatie van de honkbalbond
als jongste speler ooit in het eerste van DSS.
Hij speelt daar al jaren als korte stop
als ik mijn debuut maak op het eerste honk.
Hij coacht me en geeft me tips
zoals ik afgelopen week schreef.
Paul heeft zachte handen en snelle voeten.
Zijn acties zijn soepel en stijlvol
alsof het hem geen moeite kost.
Soms pakt hij de meest onwaarschijnlijke ballen,
plukt ze weg van achter het tweede honk
of stofzuigt ze vanaf de rand van het outfieldgras
en gooit ze op miraculeuze wijze,
richting het eerste honk.
Ik doe mijn stinkende best
om die met zoveel moeite veroverde ballen te vangen
en ook nog een been op het honk te houden.
Als dat niet lukt
heb ik een meesterwerk verkloot.
Zo voelt het in ieder geval.
Soms voelt Paul hetzelfde
en zegt ie er wat van.
Het is ook niet altijd makkelijk
om de enige ster te zijn
aan een bewolkte hemel.
Nee, dat is niet waar.
we hebben nog zo’n ster in het team.
Over hem vertel ik later!