

23. Hij is je vriend
De afstand tussen de werpplaat
en de thuisplaat is 18,44 meter.
In een fractie van een seconde
is de bal bij je.
In die ruimte en tijd
kan een hoop misgaan voor de slagman
en goed gaan voor de werper.
Of andersom.
Vandaag ben ik aan de beurt.
Hee geniepige curvebal,
ik zag je niet wegdraaien:
1-slag.
Hallo snelle jongen,
ik was te laat:
2-slag.
Dag slome bal.
Ik sloeg te vroeg:
3-slag.
En ik kan weer op mijn kont gaan zitten.
Jesus, drie slag kaal!
Wat een klotesport!
Gelukkig is daar de coach, mijn leermeester:
“Laat je niet kennen, vriend,
je zal altijd meer verliezen
dan winnen in het slagperk.
Als je honkballer wilt worden,
moet je daarmee leren leven.
Smijt hem niet weg die knuppel
als je 3-slag krijgt.
Leg hem rustig terug op je schouder.
Hij is je vriend
en kan er niks aan doen.
Als je een fout maakt in het veld,
een vangbal mist of een aangooi,
of er rolt een lullig balletje
tussen je benen door,
dan kan je naar je handschoen kijken
alsof het zijn schuld is,
maar hij zal tegen je zeggen:
“Waarom kijk je MIJ aan?
JIJ maakt de fout!”
In dit spel kan je je nooit verschuilen.
De speaker is meedogenloos: Veldfout 3.
Dat ben jij, daar op het eerste honk
en niemand anders.
Het is gebeurd, het is voorbij.
Schud het van je af,
want daar komt alweer de volgende bal.
Zorg dat je er klaar voor bent.
En als je dat niet kunt,
ga dan maar weer voetballen.”