Gerard Pedroli

Gerard Pedroli

14 apr 2025

14 apr 2025

15. De eerste honkbaltraining

De trainer zegt:
‘Ik vind het eerste honk wel een plek voor jou.’
Ik vraag niet waarom.
Ben al lang blij
dat ik een handschoen krijg van de club.
Een zogenaamde ‘flap’,
groter dan die van de andere binnenvelders,
speciaal voor het eerste honk.

Ze hebben me moeten overhalen.
‘Kom nou een keer kijken, man,
je gaat het echt leuk vinden.’
Ik twijfel, het lijkt me een lastig spel
met al die rare regels.
Voetballen doe ik al zo lang als ik kan lopen
en vanaf mijn tiende sta ik op goal.
Maar ik ben inmiddels 15,
kan ik dan nog leren honkballen?
Ik vind het mooi om naar te kijken,
maar om het zelf te doen?
Ik weet het niet.

Maar goed, hier ben ik.
Mijn eerste honkbaltraing
is op zo’n zomeravond waarbij het lijkt
alsof de zon nooit meer ondergaat.
‘Ga maar bij dat kussen staan,’ zegt de trainer.
Hij slaat de bal naar een speler
die vanaf een meter of twintig
naar mij moet gooien.
En verdomd,
Als ze een beetje in de buurt zijn,
vang ik ze meestal wel.
Ik heb natuurlijk al heel wat ballen gegooid
op straat en in het Zaanenbos.
Maar nooit met een ‘flap’.
Wel handig trouwens, zo’n grote handschoen.
Ook makkelijk als ze met een stuit aankomen.
Alleen als ik omhoogspring en weer land,
ben ik soms mijn honk kwijt.
Zoek ik als een blindeman
met mijn rechtervoet dat kussen,
daar moeten ze wel om lachen.

Ik vind het leuk op dat eerste honk,
het lijkt toch een beetje op keepen:
springen, vangen, duiken.
En je krijgt lekker veel ballen.
De trainer heeft het goed gezien,
het eerste honk is mijn plek,
ik voel me daar wel thuis.

Lees elke week de nieuwe column van Gerard

Lees elke week de
nieuwe column van Gerard