Gerard Pedroli

Gerard Pedroli

10 mrt 2025

10 mrt 2025

10. De bal

Ik sta achter het hek naar een honkbalwedstrijd te kijken
als er een bal overheen vliegt.
Hij stuitert een paar keer op de weg
en rolt naar de stoeprand.
Ik smijt mijn fiets op straat
en ren er achteraan met nog een paar jongens.
Ik ben er het snelst bij
en heb voor het eerst van mijn leven
een echte honkbal in mijn hand.
Hij past perfect.
Mijn vingers strelen de naden,
rode stiksels die een paar millimeter uitsteken
waarmee het witte leer is vastgenaaid.
Er staat een merknaam op gedrukt, ‘Rawlings’
en, wat groter, met zwart viltstift, EHS.
Er zitten groene vegen van het gras op,
butsen van het slaghout
en striemen van de stenen in de straat.

Hij is zwaarder dan een tennisbal.
Lekker om mee te gooien,
ook tegen de wind in.
En hij is hard.
Zo’n honkbal moet je niet tegen je slaap krijgen,
ben je hartstikke dood.
Of tegen je tanden, dan moet je een kunstgebit.
Die gekke handschoen waarmee ze vangen
begrijp ik nu wel beter.

Maar ik krijg weinig tijd
om nader kennis te maken.
Een dikke vent achter het hek
met een boos hoofd
en een bulldog op zijn glimmende jack
schreeuwt tegen me:
‘Hier met die bal, vriend!’

Even denk ik erover
hem netjes terug te geven,
maar dan kijk ik nog eens naar die dikzak,
en naar het hoge hek,
stop de bal in mijn zak
en fiets rustig de straat uit.
Als ik de hoek omsla
kijk ik nog even om
en zwaai naar de dikzak
die met een rode kop
staat te blaffen als een bulldog.

Ruikt ook nog lekker, die bal.
Hij krijgt een ereplaatsje naast mijn bed.

Lees elke week de nieuwe column van Gerard

Lees elke week de
nieuwe column van Gerard