Gerard Pedroli

Gerard Pedroli

24 feb 2025

24 feb 2025

08. VREEMD SPEL OP EEN VOETBALVELD

En dan ga ik voor het eerst van mijn leven
naar een honkbalwedstrijd
op het veld van EDO, de volksclub van Haarlem.
Er staat een lange rij voor de kassa,
een jongenskaart kost een dubbeltje.

Alles is anders op het voetbalveld.
De doelen zijn verdwenen,
In een hoek, waar anders de cornervlag staat,
hangen nu hoge netten.
Daar achter staan drie mannen boven op elkaar.
Een van die kerels zakt steeds door zijn knieën,
richt zich weer op,
steekt soms een arm omhoog
en roept dan iets dat ik niet versta:
‘Aaaaaahoeggg’ ofzo.
Hij heeft een schild voor zijn borst,
draagt een broek met een vouw, een zwart colbertje
en een masker voor zijn gezicht.

Voor hem zit iemand op zijn hurken
in een soort maliënkolder
met een slurfje tussen zijn benen.
Hij draagt ook een masker
en heeft een vette pannenkoek in zijn hand.
Naast hem, een beetje voorovergebogen,
staat iemand met een slaghout te zwaaien.
Ik vind het een merkwaardig schouwspel,
drie van die kerels zo op een kluitje.

Een meter of 20 verderop
staat een vent met een pet
vreemde bewegingen te maken.
Hij lijkt wel een trekpop.
Eerst gooit ie allebei z’n armen omhoog,
daarna zijn linkerbeen
doet dan met zijn rechterbeen een stap naar voren,
gooit met zijn rechterarm
de bal naar de man met het slaghout
en kijkt als een geboggelde hoe die
meestal met een plof in de pannenkoek verdwijnt.
En als die trekpop de bal weer terugkrijgt
begint het ritueel opnieuw.

Er staan, verspreid over het voetbalveld
kerels met een handschoen klaar voor de bal,
en rennen er, wanneer hij de lucht wordt ingeslagen,
als hazen achteraan om hem te vangen.
Of plukken ‘m tussen de madeliefjes uit het gras
en gooien hem dan terug.
Waar naartoe of waarom?
Geen idee.

Ik verwonder me
over alles wat ik zie vanmiddag.
De stoere mannen met hun petten
die zomaar beginnen te rennen.
De toeschouwers die de scheids uitschelden
voor ‘blinde vink’. of ‘Jules de Corte’.
Tegen de spelers roepen
dat er poep aan hun handschoen zit
als ze een bal laten vallen.
Of de slagman sarren
dat hun opoe nog beter kan slaan,
hem toejuichen als hij een verre klap geeft.
En nog harder juichen als hij een run scoort.

Het betovert me,
dit vreemde toneelstuk in de zomerzon.
Ik luister naar het geluid van de bal
die in de handschoen ploft
of naar de droge knal
als ie op het slaghout komt.
Ik hoor de kreten in het veld
en langs de kant.
Ik weet niet precies waarom
maar ik word vrolijk van dit spel.

Lees elke week de nieuwe column van Gerard

Lees elke week de
nieuwe column van Gerard